Afdalen in de stilte

Carnaval is drukte en plezier, een feest van verbondenheid en uitbundigheid. Graag deed ik mee, ook in de optocht, in Kekerdom, Millingen en Beek. De carnaval is voor mij ook een signaal voor die andere tocht die daarna komt, de veertigdaagse tocht naar Pasen, een tocht waarbij we juist de stilte opzoeken. Stilte om te ontdekken wat er in ons leeft en om te komen tot herbronning. Weg van de drukte van de wereld, weg van de te volle agenda om in balans te komen, in het reine met onszelf, met de ander en met de goede God. Stilte, bezinning en soberheid om gevoelig te worden voor de diepe vreugde en vrede die Christus ons wil geven en via ons aan anderen. Afdalen in de stilte.

Als je bidt, ga dan in je binnenkamer, sluit de deur achter je en bid tot je Vader die in het verborgene is… Als je eenmaal zo’n plek gevonden hebt, wees er dan tevreden mee. Soms kun je beter alleen zijn in een kerk dan in een kamer in je eigen huis. Thuis kun je altijd weggeroepen en gestoord worden (en wees er dan niet gepikeerd over, want soms vraagt de liefde erom). Maar in die rustige kerken blijf je naamloos, ongestoord in de schaduwen. Laten er toch altijd verstilde, donkere kerken zijn waarin mensen hun toevlucht kunnen nemen. Plaatsen waar zij in alle stilte kunnen neerknielen. Huizen van God, gevuld met zijn stille aanwezigheid. Zelfs als zij niet weten hoe te bidden, kunnen zij daar tenminste in stilte verblijven en rustig ademhalen. Een plaats waar je geest leeg kan zijn, waar je je zorgen kunt vergeten, af kunt dalen in de stilte en de Vader in het verborgene kunt aanbidden.

Met deze woorden kan Thomas Merton ons mogelijk helpen naar stilte en gebed. We zouden een kerk kunnen bezoeken, waar dan ook. In Millingen is de dagkapel van de kerk elke dag open; elke donderdag van 9.30 tot 18.30 uur hebben we er zelfs de kans om bij Christus te zijn zoals Hij met eerbied wordt omgeven in de heilige Hostie op het altaar. We zien brood. Maar Hij is het zelf. Op de dag voor zijn sterven heeft Hij dat aan zijn vrienden duidelijk willen maken, heeft Hij zichzelf uitgedeeld in brood dat Hij brak, een teken dat Hij ons naliet om Hem tegenwoordig te stellen en aanwezig te weten in ons eigen leven. Wat doet het met ons, als we daar een uurtje bij Hem zijn? Eigenlijk hoeven we niets te zeggen. Laat het maar gewoon gebeuren, terwijl jij kijkt naar Hem en Hij naar jou.Rudo Franken, pastoor