12/2

6e zondag door het jaar. Jaar A
(bijbel in gewone taal)

OPENINGSTEKST Psalm 31 (30) 3-4
Luister naar mij, kom snel en help mij!
Laat me veilig zijn bij u, bescherm me en bevrijd me.
U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar.
Ga met mij mee en leid mij.

EERSTE LEZING
Sirach 15, 15-20 Hij heeft niemand bevolen te zondigen.

Uit het boek Ecclasiasticus
Als je het wilt kun je de geboden naleven en trouw zijn aan zijn wil.
Hij heeft je vuur en water voorgezet:
strek je hand uit naar wat je verkiest.
Vóór de mens liggen het leven en de dood,
hij krijgt waar hij voor kiest.
Groot is de wijsheid van de Heer,
zijn macht is overweldigend, alles ziet Hij.
Zijn ogen zijn gericht op wie ontzag voor Hem heeft,
elke daad van de mens is Hem bekend.
Hij heeft niemand opgedragen goddeloos te zijn,
niemand toestemming gegeven te zondigen.

ANTWOORDPSALM
Psalm 119 (118) 1-2, 4-5, 17-18, 33-34
Refrein: Gelukkig die voortgaan volgens de wet van de Heer.

Gelukkig zijn mensen die altijd het goede doen,
die leven volgens de wet van de Heer.

Gelukkig zijn mensen die altijd denken aan de woorden van de Heer,
die hem zoeken met heel hun hart.
Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven.
Zo weet ik wat ik moet doen.
Ik wil leven volgens uw wetten,
en dat volhouden, elke dag weer.

Heer, wees goed voor mij.
Dan zal ik leven, en doen wat u zegt.
Help mij om te zien hoe machtig uw wet is.

Heer, leer mij wat uw regels zijn,
ik wil ze mijn hele leven volgen.
Laat me uw wet begrijpen,
dan kan ik me daaraan houden, met heel mijn hart.

TWEEDE LEZING
1 Korintiërs 2, 6-10 God heeft van alle eeuwigheid de wijsheid ontworpen en bestemd voor onze verheerlijking.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
Broeders en zusters,
Toch is wat ik vertel, ook wijsheid. Maar het is geen menselijke wijsheid, geen wijsheid die past bij de wereld. Het is niet de wijsheid van de machthebbers op aarde, die trouwens allemaal vernietigd zullen worden. Nee, ik heb het over Gods wijsheid, over Gods wijze plan. Pas als je alles over het geloof geleerd hebt, kun je dat plan begrijpen. Gods plan bestond al voordat hij de aarde maakte, maar hij heeft het lang verborgen gehouden. Want hij had vanaf het begin besloten om zijn wijze plan pas in onze tijd bekend te maken, omdat hij ons wilde redden.
De machthebbers op aarde hebben Gods wijze plan niet begrepen. Anders zouden ze Jezus, de Heer die redding brengt, niet aan het kruis gehangen hebben. Het staat al in de heilige boeken: «Geen mens kent Gods wijze plan, geen mens heeft het bedacht of begrepen. Maar God heeft zijn plan bekendgemaakt aan de mensen die van hem houden. Zo wilde God het.»
God heeft zijn plan bekendgemaakt aan mij, en aan anderen die het goede nieuws vertellen. Hij deed dat door ons zijn heilige Geest te geven. Gods Geest weet alles, zelfs wat God denkt.

VERS VOOR HET EVANGELIE
Alleluia. Ik ben het licht van de wereld, zegt de Heer.
Wie mij volgt zal het levenslicht bezitten. Alleluia.

EVANGELIE
Matteüs 5, 17-37 Gij hebt gehoord …, maar Ik zeg u.

Jezus zei: ‘Jullie moeten goed weten met welk doel ik gekomen ben. Ik ben niet gekomen om de wet van Mozes of de andere heilige boeken weg te doen. Ik ben juist gekomen om hun echte betekenis te laten zien.
Luister goed naar mijn woorden: Zo lang als de hemel en de aarde bestaan, zal er geen punt of komma uit de wet verdwijnen. De wet zal altijd blijven bestaan, totdat alles gebeurd is wat er gebeuren moet.
Stel dat iemand het kleinste regeltje van de wet afschaft, en dat hij anderen leert om dat ook te doen. Dan zal hij op de laatste plaats komen in Gods nieuwe wereld. Maar stel dat iemand zich aan de hele wet houdt, en dat hij anderen leert om dat ook te doen. Dan zal hij op de eerste plaats komen in Gods nieuwe wereld.
Luister naar mijn woorden: Doe wat God van je vraagt, en doe dat beter dan de wetsleraren en de farizeeën. Want anders kom je helemaal niet in Gods nieuwe wereld.
Jullie weten wat er gezegd is tegen jullie voorouders. Het staat in de wet: «Je mag geen moord plegen. Wie een moord pleegt, moet gestraft worden.»
Dit zeg ik daarover: Ook wie kwaad wordt op een ander, moet gestraft worden. Ook wie een ander een dwaas noemt, moet voor de rechter komen. En wie een ander een gek noemt, komt in het eeuwige vuur.
Stel dat je in de tempel bent om een offer te brengen aan God, en dat je dan opeens bedenkt dat een ander boos op je is. Laat dan je offer bij het altaar achter. Ga eerst snel naar die ander toe en maak het goed. Daarna kun je terugkomen om je offer te brengen.
Stel dat iemand je voor de rechter wil brengen omdat je hem geld schuldig bent. Spreek dan snel met hem af hoe je dat gaat oplossen. Nog voordat je bij de rechtbank bent. Anders laat de rechter je opsluiten in de gevangenis. En luister goed naar mijn woorden: Je komt die gevangenis pas uit als je je schulden helemaal hebt terugbetaald.
Jullie weten dat de wet zegt: «Je mag niet vreemdgaan.»
Dit zeg ik daarover: Ook wie naar een andere vrouw kijkt en met haar naar bed wil, gaat vreemd. Want hij is in gedachten met haar vreemdgegaan.
Stel dat je rechteroog iets slechts ziet. Iets dat jou weghaalt bij God. Ruk je oog dan uit en gooi het weg. Je verliest dan een deel van je lichaam. Maar anders kom je met je hele lichaam in de hel terecht.
Stel dat je rechterhand iets slechts doet. Iets dat jou weghaalt bij God. Hak je hand dan af en gooi hem weg. Je verliest dan een deel van je lichaam. Maar anders kom je met je hele lichaam in de hel.
Jullie weten dat de wet zegt: «Als je wilt scheiden van je vrouw, moet je haar een scheidingsbrief meegeven.»
Dit zeg ik daarover: Je mag helemaal niet scheiden van je vrouw, behalve als ze zelf vreemdgegaan is. Door te scheiden laat je haar vreemdgaan. Want dat gebeurt als ze met een ander trouwt. En je gaat zelf ook vreemd als je met een gescheiden vrouw trouwt.
Jullie weten wat er nog meer gezegd is tegen jullie voorouders. Het staat in de wet: «Zeg niet te snel: Dat is zo zeker als de Heer leeft! Want als je iets zegt dat niet waar is, heb je schuld bij God.»
Dit zeg ik daarover: Gebruik nooit de woorden: ‘Zo zeker als de Heer leeft!’ En zeg nooit over iets: ‘Dat is zo zeker als de hemel bestaat’ of: ‘Dat is zo zeker als de aarde bestaat’. Want God is koning van de hemel, hij heerst over de aarde.
Zeg ook niet: ‘Dat is zo zeker als Jeruzalem bestaat’. Want Jeruzalem is de stad van God. En zeg ook niet: ‘Dat is zo zeker als ik een hoofd heb’. Want je kunt nog geen haar op je hoofd van kleur laten veranderen.
Zo moet het zijn: Zeg ja als het ja is, en zeg nee als het nee is. Al dat andere is bedacht door de duivel.