Paaszondag

OPENINGSTEKST

Psalm 139 (138) 18 5-6

Verrezen ben Ik, en nog altijd ben Ik bij U:

Gij hebt uw hand op Mij doen rusten;

wonderbaar is Uw wijsheid.

Alleluia.

EERSTE LEZING

Handelingen 10, 34a. 37-43

Wij hebben met Hem gegeten en gedronken nadat Hij uit de doden was opgestaan.

Uit de Handelingen der Apostelen

Toen begon Petrus te spreken.

Jullie weten wat er overal in het Joodse land gebeurd is. Het begon in Galilea met Johannes de Doper. Die vertelde aan de mensen dat ze zich moesten laten dopen. Daarna liet God zien dat hij Jezus uit Nazaret uitgekozen had. God gaf hem de heilige Geest, en hij gaf hem kracht.

Jezus reisde door het land. Hij deed overal goede dingen, en alle mensen die in de macht van de duivel waren, werden door hem genezen. Jezus kon al die dingen doen omdat God hem hielp. Ik en de andere apostelen hebben alles gezien. En nu vertellen wij wat Jezus overal in het land en in Jeruzalem gedaan heeft.

Jezus is in Jeruzalem aan het kruis gehangen. Zo is hij gedood. Maar drie dagen later heeft God hem laten opstaan uit de dood. En God zorgde ervoor dat wij hem konden zien. Niet iedereen heeft hem gezien, maar wij wel. God had ons daarvoor van tevoren uitgekozen, zodat wij erover konden vertellen.

Nadat Jezus uit de dood was opgestaan, hebben wij samen met hem gegeten en gedronken. Toen zei hij: ‘God heeft mij rechter gemaakt van de hele wereld. Op een dag zal ik rechtspreken over alle mensen, de levenden en de doden. Dat moeten jullie aan het hele Joodse volk gaan vertellen.’

Alle profeten van vroeger hebben over Jezus verteld. Zij zeiden dat je zonden vergeven worden als je in hem gelooft.’

Woord van de Heer. Allen: Wij danken God.

ANTWOORDPSALM

Psalm 118 (117) 1-2, 16ab-17, 22-23

Refrein:            Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt.

                          Wij zullen Hem vieren in blijdschap.

Dank de Heer, want hij is goed.

Zijn liefde blijft altijd bestaan!

Laten de Israëlieten zeggen:

‘De liefde van de Heer blijft altijd bestaan.’

Het volk van God heeft overwonnen.

Daarom juichen de mensen en ze zingen:

‘De Heer is machtig, hij overwint.

Ik zal niet sterven, maar ik zal leven!

Ik zal vertellen wat de Heer heeft gedaan:

Bouwers gooien soms een steen weg,

maar die steen kan juist de belangrijkste worden.

Zo worden soms onbelangrijke mensen belangrijk.

Het is de Heer die dat bepaalt,

wij kunnen dat niet begrijpen.

TWEEDE LEZING

Kolossenzen 3, 1-4

Toen jullie gedoopt werden, zijn jullie samen met Christus opgestaan. Houd je daarom nu bezig met het hemelse leven. Want Christus is in de hemel. Hij zit naast God, aan de rechterkant.

Houd je bezig met de hemel, en niet met deze wereld. Want er is niets in deze wereld dat nog macht over jullie heeft. Als christenen horen jullie nu al bij de hemelse wereld van God. Jullie leven is volledig verbonden met Christus. Op de dag dat hij terugkomt op aarde, zal hij zijn hemelse macht ook aan jullie geven. Dan zullen alle mensen zien dat jullie steeds al bij hem hoorden.

Woord van de Heer. Allen: Wij danken God.

VERS VOOR HET EVANGELIE

Alleluia.

Ons Paaslam is geslacht: Christus zelf.

Wij moeten ook ons feest vieren in de Heer

Alleluia.

EVANGELIE

Johannes 20, 1-9

Hij moest namelijk uit de doden opstaan.

Na de sabbat, op zondagochtend, ging Maria uit Magdala naar het graf. Het was heel vroeg in de ochtend, het was nog donker. Toen ze bij het graf kwam, zag ze dat de steen voor het graf weggehaald was.

Maria rende weg, naar Simon Petrus en de leerling van wie Jezus veel hield. Ze zei tegen hen: ‘De Heer is weggehaald uit het graf! En ik weet niet waar hij naartoe gebracht is.’ Meteen gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf, ze renden erheen. De andere leerling liep sneller dan Petrus, en was het eerst bij het graf. Hij keek naar binnen en zag de doeken liggen. Maar hij ging het graf niet in.

Kort daarna kwam ook Simon Petrus bij het graf. Hij ging wel naar binnen. Hij zag de doeken liggen, ook de doek die om het hoofd van Jezus gezeten had. Die lag niet bij de andere doeken, maar apart, netjes opgerold.

De andere leerling ging nu ook het graf in. Toen hij de doeken daar zo zag liggen, geloofde hij dat Jezus was opgestaan. In de heilige boeken stond al dat Jezus moest opstaan uit de dood. Maar dat hadden de leerlingen nog niet begrepen.

Woord van de Heer. Allen: Wij danken God