In Bougainville, een eiland in de Stille Oceaan, voltrok zich in de jaren negentig een nachtmerrie: het werd geteisterd door een burgeroorlog die aan 20.000 mensen het leven kostte. Dankzij koper- en goudmijnen. Grote jongens streken het geld op. De lokale bevolking viste achter het net. Toen kwam er oorlog. Het waren moeders die besloten: Het is genoeg! We willen niet dat er nog meer slachtoffers vallen. Zo ging een moeder de bergen in en naderde het kamp van de rebellen. Daar stond iemand op wacht. Het was haar zoon. Hij wilde haar niet doorlaten. ‘Als je nog een stap verderzet, dan schiet ik’, zei de jonge kerel tegen z’n moeder. ‘Dat mag je best doen,’ was het
antwoord van zijn moeder, ‘maar dan moet je wel weten dat de hele wereld te weten komt dat jij je moeder hebt doodgeschoten.’ Dat was genoeg. Hij gooide z’n geweer weg, vloog z’n moeder in de armen en samen gingen zij terug naar huis.
Het zijn vooral vrouwen van bijbelgroepen geweest die de bossen zijn ingegaan en tegen hun mannen en zonen hebben gezegd: ‘En nu is het genoeg. Stop met deze oorlog.’ Geraakt door Gods Woord in de Bijbel konden deze vrouwen zich sterk maken voor vrede, voor vergeving en wederopbouw. Zij hebben begrepen wat geloof is en wat kerk is. Geloof opende hun de ogen en vanuit de kerk konden ze zich met elkaar sterk maken voor vrede. Hetgeen daar toen mogelijk was, is ook nu mogelijk waar mensen zich laten raken door Gods Woord. Maria, die we mogen aanroepen als koningin van de vrede, kan daarbij uiteraard een voorspraak zijn. En een voorbeeld in het luisteren naar Gods Woord. Maria stond onder het kruis, was haar stervende Zoon nabij. Met haar staan velen in deze tijd onder het kruis van rampen en oorlog, verliezen alles. Wat is hun toekomst? Hébben zij nog toekomst, bv in Gaza? En toch kan het geloof juist dan een bevrijdende kracht zijn. Door geloof kun je verder te midden van puin en ellende, de ogen gericht op de echte wereld, de wereld van liefde en delen, de wereld ook van het concert van de natuur dat zich voor onze oren en ogen afspeelt waarin het kleinste detail een onmisbare rol speelt. In consumentistisch denken zijn alle goederen slechts gebruiksvoorwerpen, hebben niets heiligs. Als we de dingen van God losmaken, raken we tegelijk de betekenis van de ander als onze naaste kwijt. Dan wordt de ander als een tegenstander ervaren, omdat hij of zij immers op dezelfde dingen aanspraak maakt. En verdwijnt de betekenis van gemeenschap en van de mens als een gemeenschapswezen. Als we onszelf beheersen en vrijuit met anderen delen, zijn dat uitingen van liefde voor de mensheid en de schepping. Dan vinden we het besef terug van verwondering, en worden we vervuld met een besef van schoonheid. Dan zijn we in staat om alle mensen en alle dingen te omarmen, en dat niet met angst of uit noodzaak, maar met liefde en vreugde. Zo sprak patriarch Bartholomeus van Constantinopel (Istanbul) in 2014 in Utrecht. Vrede is dus veel meer dan de afwezigheid van oorlog, is bereidheid om te delen vanuit het besef van de heiligheid van alles en iedereen, vanuit de liefde en vreugde van God zelf. En die zien we natuurlijk stralen in Maria. Maria die in het laatste boek van de Bijbel, de Apocalyps, wordt voorgesteld als de Vrouw bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Maria blijkt sterker te zijn dan dat andere teken aan de hemel: een grote vuurrode Draak die het kind van de Vrouw wil verslinden en zoveel meer, hetgeen we vandaag zien gebeuren. Maar dit Kind behaalt de overwinning, het Lam van God. Door een nieuw en altijddurend verbond met zijn bloed. Geen toeval verbindt ons met elkaar, maar liefde, de liefde van de Heer zelf, die ons kent en ons draagt. De allesverliezende moeder is ten hemel opgenomen. Dat is een groot feest, niet alleen voor Maria, maar voor ons allemaal. Want vanuit de hemel blijft zij ons nabij. En waarheen deze moeder van vrede ons is voorgegaan, hopen wij eenmaal te volgen.